Brasschaat lanceert laanbomenbeheerplan
Brasschaat is een groene gemeente met niet minder dan 37 000 bomen die al sinds jaar en dag onderdeel zijn van ons erfgoed en bepalend zijn voor het typische Brasschaatse straatbeeld. Daarom dat Brasschaat als enige gemeente in Vlaanderen een ‘laanbomenplan’ hebben opgesteld waarin het beheer en onderhoud van de laanbomen over heel het gemeentegebied kan geoptimaliseerd worden en gekoppeld is aan een natuurbeheerplan.
Dankzij het plan waarbij 34.093 laanbomen in 260 Brasschaatse straten in kaart werden gebracht, kan de gemeente in de toekomst zeer efficiënt en doelgericht elke laanboom op individueel niveau monitoren en een beheer toepassen. Dat onder andere aan de hand van een interactieve applicatie die speciaal werd ontwikkeld voor de medewerkers op het terrein. Zo kunnen zij aan de hand van een digitaal archief meteen iedere laanboom van de wel 224 verschillende variëteiten en soorten individueel consulteren.
Daarin is Brasschaat de eerste gemeente die in samenwerking met onder andere het Regionaal Landschap de Voorkempen op het niveau van elke individuele boom een soort medische fiche kan raadplegen en een beheer kan opstellen. Als gevolg valt het daarbij op dat in Brasschaat nagenoeg élke straat bomen bevat, terwijl het in andere gemeenten net andersom is. Die aanwezigheid van veel groen zorgt voor een positieve evolutie op verschillende vlakken, ook wel ecosysteemdienst genoemd.
Zo is een straat met bomen 2 tot 3 graden koelen in een hete zomer, zorgen bomen voor CO2-opname, absorberen ze geluid en zorgen voor positieve effecten op onze gezondheid, houden de bodem stevig vast, zorgen voor vruchtbaarheid, zijn onderdeel van het erfgoed,… De mate waartoe de natuur bijdraagt tot die positieve gevolgen wordt ook de ladder van Brasschaat genoemd. En die toont opnieuw dat meer groen, een gunstig effect heeft op nagenoeg heel onze maatschappij.
Een voorbeeld daarvan zijn de verschillende vleermuizenpopulaties in de regio – met onder meer de kerk in het centrum en Hoogboom – die ook welvaren bij de aanwezigheid van de vele laanbomen. Dankzij die groene stroken kunnen de populaties zich gemakkelijk verplaatsen. Bovendien brengen grote en volwassen laanbomen nog meer biodiversiteit met zich mee. Waardoor steeds meer diersoorten zich vestigen in de grote bomen.
De uitgebreide studie en het plan leren ons ook dat de grootste ‘stofzuigers’ niet enkel de grote laanbomen zijn, maar eerder de struiken en bermbeplantingen die naast de rijbanen staan. Het zorgt ervoor dat een grotere aanwezigheid van groen daardoor op heel de ecologie een goed impact kent.
Conclusie
Een bomenbeheerplan integreert het boombeleid en het boombeheer, en laat toe een planmatig boombeheer te organiseren. Het zet op een duurzame wijze de bakens uit voor de toekomst van individueel beheerde bomen. De goedkeuring van een bomenplan leidt ook tot een vereenvoudiging van administratieve procedures met betrekking tot verwijderen en aanplanten van bomen, en het onderbouwt verder de budgettering voor het bomenbeheer en biedt inzicht in de nodige werkorganisatie, capaciteit en planning.