Verbod herbiciden voor particulieren
De Belgische minister van Landbouw, Borsus, heeft laten weten dat hij binnenkort een besluit zal voorleggen dat zowel de verkoop als het gebruik van herbiciden, bestemd voor particulieren, verbiedt. Voor het professioneel gebruik verandert er voorlopig niets.
Nadat Vlaams minister Joke Schauvliege had aangegeven werk te willen maken van een verbod op het particulier gebruik van glyfosaat, laat nu ook federaal landbouwminister Willy Borsus weten een verbod op het op de markt brengen van herbiciden bestemd voor particulieren – inclusief glyfosaat – te plannen, met uitzondering van biopesticiden.
Borsus geeft aan een besluit uit te willen werken “dat het op de markt brengen en dus het gebruik verbiedt van herbiciden bestemd voor particulieren, met uitzondering van biopesticiden en basisstoffen zoals azijn”.
Tegelijk komt er een verbod op de zogenaamde CMR2-producten. Dat zijn herbiciden, insecticiden en fungiciden die erkend zijn als producten met mogelijk kankerverwekkende of mutagene effecten of een impact op de vruchtbaarheid of de ontwikkeling van het ongeboren kind. “Deze twee productgroepen zullen dus niet meer verkocht of gebruikt kunnen worden in het kader van een niet-professioneel gebruik”, aldus Borsus. Hij kadert de beslissing in zijn “wil om het gebruik van pesticiden terug te dringen, het gebruik van bio-alternatieven aan te moedigen en het voorzorgsbeginsel toe te passen”.
Volgens Borsus verantwoordt niets nog het gebruik van herbiciden door particulieren, “gelet op de balans nut/risico”. Hij oppert daarbij enkele mogelijke alternatieven – zoals een onkruidbrander, biopesticiden of “mechanisch werk” – om onkruid te lijf te gaan.
Voor landbouwers verandert er voorlopig niets. “Er zullen andere maatregelen worden genomen in de toekomst in het kader van dit plan over het professionele gebruik, in overleg met de gewesten, de verschillende sectoren en de deskundigen”, aldus minister Borsus. Hij heeft het daarbij niet zozeer over een verbod, maar over nieuwe beschermingsmaatregelen ten aanzien van woningen, versterkte voorzorgsmaatregelen en een risico-evaluatie.