Franse tuinarchitect Pascal Cribier overleden
De bekende Franse tuinarchitect Pascal Cribier is begin november overleden. Hij was 62 jaar. Cribier wordt beschouwd als een van de belangrijkste tuinarchitecten van zijn generatie.
Cribier was al een tijdje ziek. Hij pleegde zelfmoord op zijn appartement in Parijs.
Geboren in 1953 in Louviers (Eure) verliet hij de school toen hij 14 was om op een publiciteitsbureau te gaan werken en hij kwam aan de kost als mannequin. In 1972 begint hij aan de academie en behaalt in 1978 zijn diploma van architect. In plaats van architect te worden gaat hij in een boomkwekeij te werken. Daar ontdekt hij zijn echte roeping: tuinier worden.
Cribier was een buitenbeentje binnen de Franse landschapsarchitectuur. Zo werkte hij bijvoorbeeld nooit voor een groot bureau maar omringde hij zich voor elk project met een klein groepje gelijkgezinden. Hij had een hekel aan de digitalisering en virtualisering van de tuinarchitectuur waarbij tuinen op de computer worden ontworpen. Hij wilde lijfelijk contact met de plek en met de grond.
Zelf noemde hij zichzelf dan ook liever tuinier dan tuinarchitect. “Een tuin van Cribier lijkt niet op een tuin”, zo schreef Le Monde naar aanleiding van zijn overlijden. “Het is geen opeengepakte collectie van zeldzame planten, geen geometrische figuren en gemillimeterde bloemenperken, geen zichtbare grenzen. Als men een van zijn tuinen bezoekt, vraagt men zich soms af wat hij hier precies heeft gedaan. Maar het klopt wel allemaal, het ritme van de planten, het licht, de atmosfeer…”
Tuileries
Cribier heeft over een periode van 30 jaar meer dan 100 tuinen ontworpen, vooral in Frankrijk maar ook daarbuiten.
Zijn eerste grote opdracht was de restauratie van de Tuileries in Parijs, samen met zijn collega Louis Benech en tuinhistorica Monique Mosser.
Samen met Patrick Blanc – de ‘ontdekker’ van de verticale tuin – ontwierp hij de experimentele tuin van Vivendi in Méry-sur-Oise; hij ontwierp een iconische tuin op de atol Bora-Bora, de spraakmakende tuin van de Donjon de Vez, de patio van de Opéra de la Bastille in Parijs, een tuin in Aramon (Gard) voor de verzamelaar Jacques Hollander, een intieme stadstuin in Parijs voor modemagnaat Pierre Bergé, een 200 ha grote tuin bij Woolton House in Engeland, een domein van 36.000 ha in Montana in de USA…
De experimentele tuin van Vivendi in Méry-sur-Oise
Donjon de Vez
Woolton House
Recent was hij bezig met drie grote projecten: voor de EDF op het plateau de Saclay (Essonne), voor de Société Générale in Fontenay-sous-Bois (Seine-Saint-Denis) en het lycée hôtelier de Lille.
Société Générale in Fontenay-sous-Bois
Varengeville
Voor velen is zijn belangrijkste creatie echter zijn eigen tuin in Varengeville-sur-Mer (bij Dieppe) in Normandië. Hij kocht er samen met twee vrienden, Robert Morel en Eric Choquet, het 8 ha grote Bois de Morville. Gelegen op een steile helling langs de kust, vlak bij enkele andere beroemde tuinen, zoals die van Bois-de-Moustiers en de Princesse de Sturdza in Varengeville.
Jarenlang werkte hij daar aan wat hij zelf zijn ‘experimentele tuin’ noemde, een hoogst persoonlijke tuin met bloemenweiden, bossen en heestermassieven over het geaccidenteerde terrein.
Wie zijn werk beter wil leren kennen, moet zeker het boek Itinéraires d’un jardinier, édité aux Editions Xavier Barral (2009) lezen.
VIDEO : La disparition de Pascal Cribier
VIDEO : visite, en 2012, du jardin de Pascal Cribier
(Reportage France 3 Haute-Normandie de Frédéric Nicolas et Stéphane Gérain)
VIDEO: Silence ça pousse