Antwerpen / Een ‘gouden tuin’ in historische binnenstad
In Antwerpen zijn de werken gestart voor de aanleg van een publieke binnentuin en een ondergrondse fietsenparking bij het diamantmuseum DIVA in de historische binnenstad. Deze verrassend stille plek vormt een nieuwe doorsteek tussen de Grote Markt en de Schelde.
Het gaat om een open binnenruimte achter het stadhuis, omgeven door de Gildekamersstraat, de Zilversmidstraat, de Kaasstraat en de Suikerrui. Vanop de Suikerrui is de ruimte toegankelijk via het diamantmuseum. De voormalige niet-publieke binnentuin wordt opnieuw aangelegd als publieke ruimte waar iedereen welkom is.
‘Jardin doré’
In de visie van ontwerpbureau Stramien wordt de nieuwe tuin voor het museum een ‘Jardin Doré’ of ‘gouden tuin’, geheel passend binnen de rijke architecturale en stedenbouwkundige context van de rijke Antwerpse binnenstad. Een tuin als onderdeel van het publieke domein rondom het stadhuis en binnenin het vernieuwde museum. Tuin, museum en stad gaan een kruisbestuiving aan. De tuin wordt een onderdeel van een boeiende toeristische routing en nieuwe doorsteek tussen de Grote Markt en de Schelde. Letterlijk een gouden plek, niet alleen esthetisch, maar ook door het genereuze karakter en het gastvrij gebruik; een verrassende stille plek in de drukke stad. Samen met de Vlaaikensgang en de tuin rond het koor van de kathedraal een plek om rustig naar de beiaard te luisteren, eigen huiskamerconcerten te geven of gewoon te verpozen. Een tuin die zowel voor de omwonenden, het museumpersoneel als de bezoekers een meerwaarde biedt.
Het ontwerp voor de tuin is geïnspireerd op de ontginning van edelmetalen. Na de ontginning ontstaat er een ‘verlaten mijn’ waarin de beplanting zijn plek inneemt. De gelaagdheid van de mijn wordt weergegeven in een gradiënt in textuur van de tegels en het reliëf wordt geaccentueerd met messing traptreden. Ook de beplanting maakt een verwijzing naar de edelmetalen. Meerstammige bomen zullen robijn verkleuren in de herfst, schaduw minnende soorten, zoals irissen, meiklokjes en zilveren varens verwijzen naar kunstwerken in het museum. De beplanting bestaat uit een combinatie van inheemse onderhoudsvriendelijke bij- en vlinderplanten die de tuin tijdens de zomermaanden doet herleven. Bij de renovatie van het museum worden de marmeren traptreden in de inkomhal uitgebroken. Enkele van deze treden worden als zitbanken gerecupereerd worden in de tuin. De kwaliteitsvolle, duurzame en Europese natuursteenverharding vormt samen met de bestaande (historische) gevels een passend geheel.
Fietsenstalling
Er komt ook een ondergrondse fietsenstalling die bereikbaar is via een fietstrap die als het ware uit de pleinverharding gehouwen is. Het hekwerk in het midden van de binnentuin doet dienst als afsluiting tussen de museumtuin en de publieke tuin voor de buurt. Dit hekwerk wordt opgevat als een juweel in het midden van de tuin. Het geheel is goudkleurig met een ruitvormig patroon van geperforeerde panelen ingevuld. Weerspiegelingen van het zonlicht op de gefaceteerde vlakken laten het hekwerk fonkelen als een juweel.
Ter voorbereiding van de werken voeren de stedelijke archeologen op dit moment archeologisch onderzoek uit. Hierbij komen in de eerste plaats muren van de verdwenen bebouwing aan het licht. Daarnaast hopen de archeologen ook middeleeuwse en zelfs oudere sporen aan te treffen. Deze zone werd waarschijnlijk al in de Romeinse tijd bewoond. Het onderzoek duurt nog de hele zomerperiode, waarna de bouw van de fietsparking en de tuinaanleg volgen. In het voorjaar van 2020 wordt de aanplanting van het groen voorzien.
De werken worden uitgevoerd door Monument Vandekerckhove.