“Van beheren naar coachen van groen”
Goed ingerichte openbare ruimte draagt bij aan het algemeen welzijn. Daarin speelt natuurbeleving een cruciale en verbindende rol. Om dit te realiseren is een integrale aanpak nodig door mensen die werken met de systematiek van de natuur en over een gedegen assortimentskennis beschikken. Dit vurige pleidooi voeren landschapsarchitect Steven Delva van het bekroonde DELVA Landscape Architecture & Urbanism en Cor van Gelderen van De Bloeimeesters, een unieke coöperatie van plantendeskundigen.
Om jullie boodschap kracht bij te zetten, verenigden jullie zich voor diverse projecten. Waarom hameren jullie zo op die plantenkennis en het werken met de systematiek van de natuur?
Cor van Gelderen: “Gedegen plantenkennis bepaalt immers of een ontwerp wel of niet slaagt. En al zeker in de openbare ruimte omdat het groen daar kwetsbaarder is dan in de gecontroleerde omgeving van een private tuin. Het beheer is ingewikkelder en vaak loopt het al fout in de voorbereiding van de plantenvakken. In dat geval vergt het heel veel van de beplanting om toch succesvol te zijn. Is dat niet het geval, dan werkt het ontmoedigend. De
juiste plantenkeuze van bij de start is dan ook cruciaal. En dat vereist kennis die vandaag helaas soms ontbreekt.”
Steven Delva: “Plantenkennis vormt de basis om te kunnen werken met de systematiek van de natuur. Wij, landschapsarchitecten, zijn de enige die dat kunnen en we doen dat om het verschil te kunnen maken. Anders gezegd, wanneer de systematiek van de natuur geen wezenlijk onderdeel maakt van je planvorming, zal je resultaat altijd op een ontgoocheling uitdraaien. Als je wel weet wat waar groeit en waarom, welke bodemgesteldheid je waar aantreft en rekening houdt met de klimatologische omstandigheden van een locatie én dat als basis neemt, dan zal je een goed werkend plan kunnen creëren. Bovendien reduceer je dan de kosten inzake beheer. We gaan dus naar het coachen van een stukje natuur of landschap in plaats van het louter beheren. In die zin helpt goede plantenkennis het coachen behapbaar maken.”
De natuur coachen veronderstelt dat jullie mee moeten kunnen schrijven aan plannen?
Steven Delva: “Absoluut, wij dienen als landschapsarchitecten het voortouw te nemen. Wij kunnen ervoor zorgen dat plannen van gemeenten en voor openbare ruimte beheersbaar blijven en overeind blijven. Nu, maar ook in de toekomst. Het probleem is dat je vandaag te vaak ziet dat men een soort tuinontwerp in de openbare ruimte gaat deponeren. Zo werkt het niet, we moeten openbare ruimte maken met landschap volgens de systematiek van de natuur. Door middel van goede voorbeelden kunnen we aantonen hoe we het verschil maken, hoe we de biodiversiteit in de openbare ruimte laten infiltreren en beplanting en beheersbaarheid hand in hand kunnen gaan.”
Cor van Gelderen: “De realiteit van vandaag is dat de ontwerpen voor openbare ruimte daar te weinig rekening mee houden waardoor de gekozen beplanting niet aanslaat. Die gaan ze dan keer op keer vervangen tot er uiteindelijk maar een karig en triestig beeld overblijft. Het andere uiterste – een leeg bed neerleggen en de natuur volledig zijn gang laten gaan – is uiteraard ook niet de oplossing. Dan krijg je in de praktijk een veldje vol bramen, brandnetels en wilgen. Nee, je moet een startsituatie creëren waarbij de samenhang van planten en soorten zo goed in elkaar zit dat ze zich vrij ongestoord verder kunnen ontwikkelen zonder dat het beeld totaal verarmt. En dat kan enkel wanneer de plantengemeenschappen aansluiten op de omstandigheden waarmee je geconfronteerd wordt zoals de bodem, bezonning, wind en waterhuishouding. Want één zekerheid is er: overal op aarde komen planten voor in werkende gemeenschappen. Die moet je als uitgangspunt nemen en dat vul je aan met gemeenschappen die passen bij de omstandigheden die je hebt. Daarmee een aantrekkelijk beplantingsverhaal maken is de uitdaging.”
Is tijd de grootste vijand van het op die manier coachen van natuur en landschap?
Cor van Gelderen: “Zeker, want bijna niemand heeft tijd om te wachten tot een plantbeeld goed is. Vooral als je klein en met weinig begint. Daarom grijp je in en ga je planten die op een verschillend moment in de successie zouden zijn gevestigd in dat gebied toch tegelijk inzetten, en in verschillende leeftijdsklassen. Je gaat relatief jonge bomen combineren met vaste planten die al op leeftijd zijn of pioniersplanten combineren met planten die normaal later in de successie komen. Dat op zich is al een tegennatuurlijke ingreep, vandaar dat wij pleiten om binnen dat verhaal zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven.”
Steven Delva: “En net in die tussenvorm tussen tuin en vrije natuur ligt de kracht om betere beplantingsplannen in de openbare ruimte te maken. We willen immers niet alleen schoonheid toevoegen, maar ook biodiversiteit en een beter leefklimaat voor mens en dier. Daarin slaag je pas als je voldoende plantenkennis hebt. Dan ga je de natuur kunnen coachen in plaats van ze continu te moeten beheren. Deze (r)evolutie en de meer dan actuele opgaves die we hebben voor de openbare ruimte zoals biodiversiteit, hittestressbestrijding, klimaatadaptatie en waterrobuustheid, zal ons vak enkel nog vooruit stuwen. Projecten zoals het Postpark in Den Haag, het Ringersplein in Rijswijk en This in Amsterdam die we net opleverden, zijn daar mooie voorbeelden van en bewijzen dat je een stuk stad interessant kan maken voor mens en dier, voor welzijn en natuur.”
Verder lezen?
Het volledige interview vind je in de CG Annual 2023, het Jaarboek voor de groensector in België.