Gedragscode invasieve planten
Het Belgische AlterIAS-project heeft in samenspraak met de sierteeltsector een Gedragscode opgesteld over invasieve exotische planten.
Invasieve planten zijn exotische plantensoorten die buiten hun oorsprongsgebied zijn geïntroduceerd en die vervolgens de inheemse flora en fauna verdringen en daarmee veel schade veroorzaken.
De exoten zorgen voor verlies aan biodiversiteit, degradatie van ecosystemen en sommige soorten veroorzaken zelfs problemen voor de volksgezondheid. Voorbeelden van de laatste groep zijn de reuzenberenklauw, waarvan het sap brandwonden kan veroorzaken, en de Ambrosia, waarvan het stuifmeel extreem allergeen werkt.
Gedragscode
De Gedragscode invasieve planten is een document gewijd aan goede praktijken om de introductie en verspreiding van invasieve planten in parken, tuinen, kwekerijen, vijvers, langs wegen, rivieroevers (kortom startplaatsen van invasies in natuurlijke habitats) te beperken. Het is een zelfregulerende benadering, gebaseerd op sensibilisatie, educatie en vrijwillige toepassing van preventieve maatregelen. Doelstelling van een Gedragscode is een gedragswijziging ten opzichte van het gebruik van invasieve planten op gang te brengen. Iedereen die betrokken is bij het gebruik van planten, zowel professionele groenvoorzieners als tuinliefhebbers, kan zich engageren in de Gedragscode. Maar ook overheden, onderzoeksinstellingen, ngo’s, organisaties of verenigingen kunnen de Gedragscode (voor de professionele groensector) symbolisch ondertekenen wat inhoudt dat ze deze Code bij hun contacten, klanten, leden,.. aanbevelen.
De Gedragscode invasieve planten is een primeur in België. De Code werd uitgewerkt door rondetafelgesprekken en consultaties met vertegenwoordigers uit de groensector, vertegenwoordigers van beroepsverenigingen, wetenschappers gespecialiseerd in de invasiebiologie en het AlterIAS-team. In totaal woonden 70 deelnemers, verspreid over verschillende werkgroepen, de vergaderingen bij.
De inhoud van de Gedragscode werd unaniem goedkeurd door de belangrijkste beroepsorganisaties van de Belgische groensector. De Code wordt ook ondersteund door de regionale en federale administraties voor Leefmilieu in België (Agentschap voor Natuur en Bos, Bruxelles Environnement – Leefmilieu Brussel, Federale Overheidsdienst voor Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en Service Public de Wallonie).
Aanvullende instrumenten
Momenteel is er op het Belgisch grondgebied geen enkele wet die de commercialisatie en/of aanplant van invasieve planten regelt. Daarom is de Gedragscode het enige operationele instrument op nationaal niveau.
België werkt momenteel aan een Koninklijk Besluit dat een handelsverbod voorziet van import, export en transit van sommige invasieve planten. Het KB viseert voornamelijk waterplanten: Carpobrotus acinaciformis en C. edulis (Aizoaceae), Crassula helmsii (Crassulaceae), Egeria densa (Hydrocharitaceae), Lagarosiphon major (Hydrocharitaceae), Ludwigia grandiflora en Ludwigia peploides (Onagraceae), Myriophyllum aquaticum en M. heterophyllum (Haloragaceae).
Volgens de Wet op Natuurbehoud en/of de regionale vertalingen van de Habitat-richtlijn (Natura 2000-richtlijn) is het, in elk gewest, verboden om uitheemse soorten in het wild te introduceren met uitzondering van enkele plantensoorten die gebruikt worden voor bosbouw, landbouw en soms tuinbouw.