De groene steden van morgen
Met urgente klimaatuitdagingen en een groeiende wereldbevolking die grotendeels in stedelijke gebieden zal wonen, moeten steden zichzelf opnieuw uitvinden om mens en natuur een nieuwe interactie te laten aangaan. De actualiteit van nu komt voort uit een disbalans van onze omgang met natuur, die al langer aan de orde is. Sinds het verschijnen van ‘Our Common Future’ is een toekomstgerichte ontwikkeling op de agenda gezet, waarbij wat we nu doen, niet de kansen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar brengt. Een paar decennia later kunnen we vaststellen dat het eerdere onvermogen om hierop te acteren nu beeldvullend naar voren komt in berichten over overstromingen, droogte en grote afname van biodiversiteit.
Voor de heruitvinding van onze steden zetten we in op het maken van ‘gezonde steden’. Die zijn veerkrachtig, levendig, hebben een rijk, inclusief stedelijk leven, een gebalanceerd mobiliteitssysteem, een goede sociale cohesie en een hechte band met de natuur. Dat kan door het stedelijk netwerk anders te organiseren, verankerd in het landschap en verbonden met de geleidelijke transformatie van het verstedelijkende landschap.
Tegelijkertijd moeten onze ontwerpen geworteld zijn in de magie, menselijkheid en verhalen van plekken, zodanig dat je dit kunt ervaren en ervan kunt genieten. Zo helpen we verbindingen en relaties tot stand te brengen die de voedingsbodem zijn voor onze steden en gemeenschappen van morgen.
Veerkrachtige en klimaatadaptieve leefomgeving
Het vergt holistisch denken. De kans om gezonde steden te maken die aantrekkelijk zijn voor mensen om in te leven, ligt in de integraliteit van de benadering van de klimaatopgave in combinatie met de opgave naar een circulaire economie en de nieuwe mobiliteitsopgave. We enten de integrale strategieën en watersensitieve ontwerpen op ‘nature based design’ en voorkomen daarmee overstromingen en schadelijke effecten van droogte, vangen regenwaterpieken op, bergen tijdelijk water en koppelen deze oplossingen aan ruimtelijke kwaliteit in de openbare ruimte.
Cruciaal is om een robuuste ruimtelijke basis te creëren met ‘blauw-groene netwerken’, ondersteund door slimme combinaties, zodat we nieuwe kwaliteiten kunnen toevoegen aan de leefomgeving in de stad. Groendaken zijn te combineren met tijdelijke regenwaterberging. Royaal groen in straten en groene binnenterreinen dragen bij aan het tijdelijk vasthouden van regenwater. Royale beplanting, goed voorzien van water, beperkt hittestress in een stedelijke omgeving door schaduw en evatransporatie.
De ruimtelijke kwaliteit voor klimaatbestendige openbare ruimte wordt in onze projecten via een ‘watertoolbox’ en ‘hittestresstoolbox’ gedefinieerd. De strategie voor water en groen in het project ‘Meridian Water’ in Londen laat zien hoe de grote gebiedsontwikkeling van een brownfield zo ontworpen is dat water wezenlijk wordt voor de identiteit van het gebied. Het voorkomt overstromingen door de opvang van regenwater, tijdelijke opslag en zuivering.
Ook in de historisch gegroeide stad kunnen we anders omgaan met groen en water. Voor de Utrechtse singel levert de klimaatadaptieve strategie een raamwerk op van groene structuren met koele routes en verblijfsplekken, voortbouwend op erfgoedstructuren zoals de singel, grachten en kerkpleinen. Het terugbrengen van het water in de Catharijnesingel is het sluitstuk van een operatie. Dit toont aan dat het mogelijk is om zware infrastructuur in de stad te transformeren tot park en water, en dat je mobiliteit anders kunt organiseren ten voordele van voetgangers en fietsers. Het succes van de aanleg van de singel toont dat bestaande plekken optimaal kunnen worden ingezet ten gunste van een comfortabel klimaat in de binnenstad. Dat vormt de opmaat voor verdere vergroening in de binnenstad. Aan het historische singelpark van Zocher is een nieuwe laag toegevoegd. De transformatie gaat verder bij het aanliggende Moreelse Park, dat in een volgend project omgevormd wordt tot een samenspel van tuinen.
Biodiversiteit en ‘Urban Biotopes’
De omslag naar gezonde steden vraagt om meer dan de omvorming van stenige harde ruimtes naar groene zachte ruimtes. De nieuwe symbiose, die de hedendaagse relatie tussen stadsbewoner en natuur tekent, geven we vorm via ‘Urban Biotopes’, met meer variëteit aan planten en hogere biodiversiteit. De betekenis van stedelijk groen wint aan gewicht als de ecologische waarde op een goede manier wordt gekoppeld aan het dagelijks gebruik in een stedelijke leefomgeving. De stadsbiotoop is gebaseerd op het idee om beplanting te ontwikkelen volgens de principes van successie van natuurlijke vegetatie. Ze rekent af met de monocultuur aan beplanting in steden, die in de afgelopen jaren heeft geresulteerd in massale sterfte door iepziekte, tamme kastanjeziekte en essentaksterfte.
De natuurlijke biotoop van het omringende landschap vormt de inspiratie voor de ‘Urban Biotopes’. Principes van permacultuur zijn relevant voor het componeren van een stedelijke biotoop. Beplanting is opgebouwd als een bossysteem met zeven lagen van beplanting. Ontwerp van de biotopen combineert de wijze van herstel van natuurlijke vegetatie, zoals gebruikt in het ‘tiny forest’ met het voedselbos (‘agroforest’). De belangrijkste bomen duiden de sfeer, analoog aan de ‘mother tree’ in het bos.
De kracht van natuurlijke ecologische gemeenschappen is dat soorten elkaar versterken en er door de symbiose successie optreedt, waarbij de biotoop aan waarde wint. De stadsbiotoop, bestaand uit natuurlijke én door de mens gemaakte elementen, biedt ook een habitat voor stadsdieren door rekening te houden met de habitatvereisten en ecologische interacties van deze soorten. Op basis van de stadsecologie in een groter gebied met omliggende wijken, wordt een ‘top 5’ geformuleerd van kenmerkende diersoorten.
Uiteraard zijn de omstandigheden in een stad anders dan in de natuur, vanwege een onherbergzaam klimaat met een verstoorde bodem. Maar ook dan is het mogelijk om een nieuwe dimensie te geven aan het stedelijk groen. Het beplantingsbeeld is een ontworpen compositie, maar wel locatiespecifiek. De ‘Urban Biotope’ langs de Merwedekanaalzone in Utrecht geven we de naam Merwedebiotoop. Aan de kust bij Cadzand is dit de Duinbiotoop en in het Airport District van Brussel spreken we van de Luchthavenbiotoop.
Tijd
Voor de transformatie naar gezonde, groene steden definiëren we ruimtes en hun betekenis in en om de stad vanuit de ‘genius loci’ en historisch gegroeide verbanden. De ontwerper treedt op als regisseur van de leegte en schetst een narratieve en driedimensionale sfeer. Het samenspel tussen natuurlijke kwaliteiten en het stedelijk gebruik levert ontmoetingsruimtes op en ruimte voor beweging, sport en spel. In het ontwerp wordt opgetekend hoe plekken zich relateren aan belangrijke structuren in de stad. Er worden verschillen georkestreerd, stedelijke activiteit krijgt er prioriteit en er is ruimte voor stadsnatuur. Hybride vormen kunnen tot nieuwe spannende combinaties leiden.
Bij deze manier van ontwerpen wordt de dimensie ‘tijd’ een belangrijkere factor. Voor het dagelijks leven in de openbare ruimte biedt ontwerpend regisseren van beweging en veranderbaarheid kansen voor divers gebruik van de ruimte op verschillende tijdstippen. Voor de ontwikkeling van een stedelijke biotoop door de jaren heen is een blik op de toekomst relevant. Om stadsnatuur te creëren worden noodzakelijke voorwaarden geschapen voor natuurlijke processen van groei en aanpassing. Dit is de start van opeenvolgende stadia op basis van een nieuw conceptueel kader, gerelateerd aan de ingrepen in de beplanting.
In tegenstelling tot formele beplanting, zoals een laan, zal het beeld van dynamische beplanting onderhevig zijn aan veranderingen. Ook hier geldt, dat dit geen letterlijke successie is zoals in de natuur buiten de stad, maar een geregisseerde transformatie van de beplanting in de loop van de tijd. Het leidt ook tot andere beheerprincipes met ontwikkeling in de tijd en veranderbaarheid van het stedelijk groen. Niet alleen vanwege de natuurlijke successie, maar ook vanwege toe-eigening van de bewoners, die de groene ruimtes zullen omarmen en er initiatieven lanceren zoals kleine stadstuinen en moestuinen in het groen.
Tekst: Martin Knuijt, OKRA landschapsarchitecten
Foto’s: Utrechts archief