Ronald van der Hilst
Ronald van der Hilst laat oceaanwater door tuinen stromen en ontwerpt vazen en boompotten van wel 250 kilo zwaar. De in Antwerpen wonende en werkende tuinarchitect/designer van Nederlandse afkomst laat zich onder meer inspireren door tulpen en theeplantages.
Ronald van der Hilst groeide op in Bennekom (NL), een dorp gelegen op de Veluwe: een omgeving die bekend is vanwege de bossen en natuur. Als kind was hij constant bezig met planten en bloemen, hij had zelfs een eigen tuintje. Zijn ouders zagen voor hem een toekomst in de agrarische sector weggelegd. Zijn voorkeur ging echter naar de kunstacademie. Later ontdekte hij de richting tuin- en landschapsarchitectuur in Boskoop. De combinatie van de twee was op zijn lijf geschreven: iets creatiefs doen met planten en groen. Tijdens zijn studie liep hij stage bij Landscaping in Stabroek. Nadien kreeg hij er een baan aangeboden. Ronald verhuisde naar Antwerpen. De bedoeling was voor een bepaalde periode maar dat pakte anders uit. Na ruime werkervaring te hebben opgedaan, besloot hij zelfstandige te worden.
Iep met bonsai-allures
Oorspronkelijk legde Ronald zich toe op particuliere tuinen. Die zagen er anders uit dan zijn huidige creaties. Logisch ook, want als je net start, kennen de mensen je ‘signatuur’ in een ontwerp nog niet omdat de gelegenheid er nog niet was om jezelf te profileren. De projecten die Ronald destijds kreeg, voelden meer aan als echte ‘opdrachten’: soms kreeg hij dan een stapel magazines voor zijn neus met voorbeelden hoe het eruit moest gaan zien. Het was meer een eenrichtingsverkeer. Nu onstaan de projecten vanuit een dialoog en gelijkwaardigheid met de opdrachtgever of krijgt hij carte blanche. “Je voelt ook zelf dat je in de loop van de tijd zekerder en overtuigender wordt door de bagage die je opgebouwd hebt. In het begin stond ik dus nog met één been in mijn Landscaping-fase met die typische formele en romantische stijl; nu worden de ontwerpen steeds geprononceerder en persoonlijker met grote gebaren. Ik vind het belangrijk dat mijn tuinen een organisch geheel vormen met een vloeiende doorstroming, zoals een lichaam een geheel is maar wel met veel verschillende aspecten. Dus geen samenraapsel van allemaal leuke tafereeltjes. Dat zie je helaas te vaak.”
De tuinen van Ronald zijn niet zoals een sjabloon dat je ergens op plakt want een tuinontwerp hangt met veel dingen samen zoals onder meer de omgeving, de stijl van het huis en de wisselwerking die je hebt met de opdrachtgevers. Misschien herkent men wel een soort handschrift want bepaalde ideeën neem je consequent in zowel grote als kleine projecten mee. Een van zijn stellingen is dat het herfst- of winterbeeld van de tuin evengoed het uitgangspunt moet zijn als het zomerbeeld. Tenslotte is de periode dat de bomen kaal zijn bijna even lang als de tijd dat ze bladdragend zijn. Hoe je dat doet? Door de juiste beplanting te kiezen, door structuur te maken. De Ulmus ‘Jacqueline Hillier’ bijvoorbeeld is een bijzonder boompje. Het is een iep die iets weg heeft van een bonsai. Hij vult door zijn aparte vertakking een ruimte in alle seizoenen op een heel bijzondere manier op, als een sculptuur. Gevolg: in een kleine ruimte heb je bijna niets anders nodig. Je moet dus niet nodeloos alles ingewikkeld maken.”
Less is more…
In een groot tuinproject, liet Ronald alles weghalen wat niet-eik was. Berken en lariksen heeft hij laten verwijderen. Er bleven alleen oude zomereiken over in de tuin en er zijn nieuwe zomereiken bijgeplant. Daardoor heeft die tuin een heel specifiek karakter gekregen. Rust door eenheid, zeg maar. Verder werkt Ronald ook graag met hagen en de laatste jaren breng hij steeds vaker reliëf aan in een tuin. Met trends houdt hij zich niet bezig, een tuin moet meer inhoud hebben dan een vluchtige mode.”
“Ik doe tegenwoordig dingen die ik tien jaar geleden niet gedaan zou hebben. Zo heb ik een cirkelvormige tulpentuin gemaakt in reliëf. Het is niet echt een gebruikstuin maar een tuin die meer overeenkomst heeft met een sculptuur. Een soort ‘land art’. Voor mij heeft een tuin een functionele basis. Mensen willen ruimte voor bijvoorbeeld spelende kinderen, buiten kunnen eten of een tuin die weinig onderhoud vraagt. Je zit als het ware in een korset, en probeert van daaruit iets te bedenken: ‘vorm volgt functie’. Ik doe graag het omgekeerde. Ik zie een plek en doe mijn ding, zonder vooraf rekening te houden met het gebruik ervan. Dat is een heel andere benadering.”
Moonlight garden in Sri Lanka
Bij de Taj Mahal in India is de laatste decennia gewerkt aan de gedeeltelijke restauratie van de Mahtab Bagh, de moonlight garden aan de overkant van de Yamuna rivier. Ronald was vanaf zijn eerste bezoek aan de Taj direct gefascineerd door dit concept want zoals er in het algemeen te weinig rekening wordt gehouden met het winterbeeld van een tuin, had hij nog nooit stilgestaan bij het nachtelijke beeld van een tuin als vormgevend uitgangspunt. Doordat hij een opdracht kreeg voor een tuinontwerp bij een ayurvedisch hotel op Sri Lanka zag Ronald de ideale mogelijkheid om zelf aan een concept voor een moonlight garden te werken. Op Sri Lanka wonen veel boeddhisten en voor hen is iedere volle maan telkens een feestdag. Dan herdenken ze bijvoorbeeld de sterfdag of de verlichting van Boeddha. Bovendien is de kans op een onbewolkte hemel tijdens de volle maan er heel groot en het licht van de maan is er sterker dan bij ons. De mensen in de kustregio’s trekken naar de zee om er de volle maan te vieren. Er zijn dus belangrijke ingrediënten aanwezig om juist daar een moonlight garden aan te leggen.
De ontstane structuur in het ontwerp kwam uit zijn verbeelding van een planeet met daaromheen ringen, zoals Saturnus. De geselecteerde planten en bloemen zullen ’s nachts in het maanlicht reflecteren, geur afscheiden en nachtvlinders aantrekken. In de waterpartijen wordt gebruikt gemaakt van oceaanwater. Dat reflecteert het maanlicht beter dan zoet water. Er zal ook ruimte zijn voor meditatie en boeddhistische ceremonies. Alles zal er in het teken van het maanlicht staan.
Het element water
Water is een fijn element dat een extra dimensie kan toevoegen. Als spiegel of reflectie is het interessant. Vandaar dat Ronald niet veel waterplanten gebruikt. Kleur is een aspect dat wél terugkeert. Mensen moeten iets ervaren in een tuin, en volgens hem horen daar geuren en kleuren bij. Recent heeft hij een stadstuin ontworpen waarin de kleur magenta een belangrijke rol speelt: één tuinmuur is in die kleur gezet en aan de andere zijde staan planten die bloeien in dezelfde tinten. De opdrachtgever maakte zich daar echt een beetje zorgen over, maar nadien heeft Ronald al verschillende malen berichtjes van ze gekregen om hem te laten weten hoezeer ze ervan genieten. De kleur voegt echt iets toe. De tuin is daardoor echt een plek geworden en je vergeet bijna de omgeving. Mensen hebben soms schrik van kleuren, ten onrechte.
UNESCO Werelderfgoedlijst
De laatste jaren heeft Ronald zijn vakanties op Sri Lanka doorgebracht en hij raakte er erg gecharmeerd door de landschappen met theeplantages. Door de vormen van de theestruiken lijkt het landschap één grote tuin te zijn. Het land is door de burgeroorlog niet toeristisch ontwikkeld, waardoor het zijn puurheid grotendeels behouden heeft. Vergeet niet dat je er de oudste tuinen ter wereld terugvindt. Sigiriya staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is een heel inspirerende plek met prachtige waterbassins. Heel vernuftig ook, want zelfs bij zware regens beginnen de fonteinen nog altijd te spuiten.