Geveltuin: groen, gezellig en klimaatbestendig
Heel wat straten in Vlaanderen kunnen wel wat extra groen gebruiken. Een geveltuin, bijvoorbeeld met vaste planten, biedt de perfecte oplossing. Denk aan groene bladplanten, uitbundig bloeiende stokrozen, geraniums en lavendel.
Een geveltuin aanleggen is heel eenvoudig. Haal een rij stoeptegels weg langs de gevel van het huis en vervang het zand door goede tuinaarde. Daarna kun je al beginnen met planten. Kies voor vaste planten, eventueel aangevuld met verwilderingsbollen. Deze planten zijn sterk en komen elk jaar weer terug, waardoor de bewoners er lang plezier van hebben.
Welke vaste planten?
Het spreekt voor zich dat je planten kiest die passen bij de omstandigheden van de tuin in kwestie: zon, halfschaduw of schaduw. Een geveltuinklassieker voor de zon is de stokroos (Alcea rosea), terwijl hartlelie (Hosta), dikkemanskruid (Pachysandra) en elfenbloem (Epimedium) goed gedijen in de schaduw.
Wil de klant een weelderige geveltuin, of houdt die het liever minimalistisch? Je kunt uitpakken met een mix van zomer- en herfstbloeiende vaste planten, bladplanten, siergrassen en wintergroene planten. Daarmee creëer je een levende tuin die alle seizoenen aantrekkelijk is. Is de klant meer voorstander van een minimalistische uitstraling, kies dan voor één kleur of één plantensoort, bijvoorbeeld lavendel (Lavandula).
Klimaatbestendig en meer voordelen
Met gevelgroen maak je de buurt aantrekkelijk, maar ook klimaatbestendig. Tussen de planten kan regenwater bijvoorbeeld rustig de grond inzakken (geen wateroverlast bij hoosbuien). De verkoelende werking van groen is fijn op warme zomerdagen. Groen is ook goed voor de sfeer in de buurt; het maakt mensen socialer. Tot slot krijgt de biodiversiteit een boost: vlinders en bijen weten nieuw stadsgroen snel te vinden.
Ga je aan de slag? Informeer bij de gemeente of er regels gelden voor geveltuinen. Ook een garage of schuur langs de straat kan zeker wat gevelgroen gebruiken. De moeite om eens voor te stellen aan je klanten!