© Atelier Romain

Hoe de ‘Groene Route’ het patchwork van Roeselare transformeert tot een coherent blauwgroen netwerk

De stad Roeselare staat voor een grote uitdaging: hoe geef je in een dichtbebouwde, verharde kern voldoende ruimte aan groen, water en biodiversiteit? In samenwerking met de burgerbeweging Meer Bomen in Roeselare (MBIR) en met ondersteuning van een conceptsubsidie van het Departement Omgeving, ging de stad aan de slag met het idee van een Groene Gordel: een continue landschappelijke structuur die het centrum van de stad zacht omarmt. Atelier Romain en Witteveen+Bos tekenden een visie uit waarin ecologie, stadsontwikkeling en sociale betrokkenheid samenvallen.

De Groene Gordel transformeert restruimte tot een samenhangend landschappelijk verhaal dat inspeelt op waterbeheer, natuurontwikkeling en zachte mobiliteit. De Groene Route is niet zomaar een lijn in het landschap, maar een uitnodiging om de stad anders te beleven.


“De Groene Route is niet zomaar een lijn in het landschap, maar een uitnodiging om de stad anders te beleven.”

Van burgerinitiatief naar beleidskeuze

Het idee van de Groene Gordel ontstond bij het burgerinitiatief MBIR, dat de aanplant van 100.000 bomen in Roeselare vooropstelde. De stad pikte de ambitie op en diende samen met de beweging een conceptsubsidiedossier in bij het Vlaams Departement Omgeving. Er volgde een verkenningsstudie, geen uitvoeringsplan, maar een breed gedragen visie die in de toekomst richting kan geven aan concrete ingrepen. “We zijn bewust niet op perceelsniveau gaan ontwerpen”, zegt Pieter Foré van Atelier Romain. “In de plaats daarvan hebben we ingezet op een zoekzone: een flexibel tracé waarin ruimte is voor groei, overleg en toetsing aan toekomstige ontwikkelingen.”

© Atelier Romain

Stappenplan in drie delen

De studie vertrok vanuit drie thema’s: ruimte maken, ruimte herinvullen en ruimte toe-eigenen. In samenspraak met de burgersbeweging en stedelijke diensten werden typologieën gedefinieerd — leefstraten, binnengebieden, parken, pocketplekken, knooppunten — waarop het ontwerp kon inspelen. Voor elk type ruimte werd nagegaan hoe ontharding, vergroening en klimaatadaptatie kunnen worden ingezet, zonder de identiteit van de plek te verliezen. Het resultaat is een toolbox van principes en eisen die toepasbaar is in nieuwe projecten, heraanleg van straten of herontwikkeling van sites.

© Atelier Romain

Een continue bomenkroon als identiteit

De identiteit van de Groene Route wordt gedragen door een doorlopende bomenstructuur. “We wilden een ‘continue bomenkroon’ creëren, een visueel samenhangend en schaduwrijk parcours dat zich laat ervaren als een bossige route”, legt Foré uit. Die bomenstructuur geeft niet alleen een gevoel van rust en oriëntatie, maar speelt ook een sleutelrol in klimaatadaptatie. Om dit te realiseren wordt gewerkt met een mix van inheemse en aangepaste uitheemse soorten: 80 procent inheemse bomen, struiken en kruiden, aangevuld met soorten die bestand zijn tegen extreme droogte of die extra sierwaarde bieden. Ook productieve soorten met vruchten of noten worden geïntegreerd waar mogelijk.

Streefbeeld Pocketpark © Atelier Romain

Klimaatadaptieve ruimte

Langsheen de Groene Gordel wordt maximaal ingezet op ontharding en waterbeheer. Via open en halfopen verharding wordt hemelwater afgeleid naar wadi’s, groenzones of grachten. De gordel buffert neerslag, helpt overstromingen te voorkomen en zorgt voor koelte op warme dagen. “Forse pieken in regenval kunnen we niet meer opvangen met klassieke rioleringen. We moeten het landschap opnieuw inzetten als spons van de stad.” De Groene Route vormt een belangrijke spons van de stad. Daarnaast dragen groene gevels en voortuinen bij aan het verkoelend vermogen van het netwerk. Auto’s worden waar mogelijk geweerd of slechts beperkt toegelaten.

De Groene Route vormt een belangrijke spons van de stad.

De zoekzone voor de Groene Route © Atelier Romain

Van patchwork naar systeem

Het huidige groennetwerk in Roeselare is versnipperd en divers: sportparken, tijdelijke groenzones, buurtgroen, begraafplaatsen, pleinen … Samen vormen ze een ‘patchwork’ zonder samenhang. De Groene Route beoogt verweving, verbinding en herkenbaarheid, door nieuwe plekken toe te voegen en bestaande te versterken. “Niet elke plek hoeft radicaal te veranderen”, zegt Foré. “Maar elke ingreep moet bijdragen aan het grotere systeem: meer biodiversiteit, meer schaduw, betere wateropvang.” In binnengebieden bijvoorbeeld wordt een minimale breedte van 10 meter aangeraden voor opgaand groen.

Stapsgewijze uitvoering

De Groene Route is geen project dat morgen af is. Sommige zones worden in één keer aangepakt, andere zullen pas over jaren evolueren. Net die gelaagde tijdsopbouw maakt het concept sterk. Door eigenaarschap bij burgers en ontwikkelaars te leggen, wordt ook de uitvoering gedragen. De kracht van dit project zit in het feit dat we ruimte maken voor verandering, niet voor perfectie.

“De kracht van dit project zit in het feit dat we ruimte maken voor verandering, niet voor perfectie.”

Een voorbeeld voor andere steden

De Groene Gordel is meer dan een stedelijk landschapsplan. Het is een model van co-creatie, waarin burgerinitiatief, beleid en ontwerp hand in hand gaan. Het stelt fundamentele vragen over hoe we stad willen maken in de 21ste eeuw: met meer ruimte voor natuur, voor traagheid, voor verkoeling en ontmoeting. In Roeselare wordt die toekomst al tastbaar, boom per boom.

Hoe de 'Groene Route' het patchwork van Roeselare transformeert tot een coherent blauwgroen netwerk
Sfeerbeeld parkstraat © Atelier Romain

Tekst: Manuel Lub
Beeldmateriaal: Atelier Romain