Watermanagement achter de voordeur
Nota’s, plannen, rapporten en ja, zelfs visies. Nadat de waardering voor ruimtelijke ordening jarenlang op een laag pitje stond, verdrinken we nu in de ronkende rapportages over hoe Nederland er de komende decennia uit moet gaan zien. Trefwoorden: blauw, groen en klimaatbestendig. Broodnodig, maar deze visies grossieren vaak enkel in oplossingen voor de openbare ruimte. Tijd om ook alle tuinen, daken en bedrijventerreinen in de plannen te betrekken, met name op het gebied van watermanagement. SPATwater springt op de bres om deze vele duizenden hectare private grond mee te nemen als waterbuffers in de toekomstige inrichting van Nederland.
Weet u hoeveel water er bij een regenbui door uw regenpijp stroomt? De kans is groot dat u nu uit het raam kijkt om te zien hoe uw regenpijp er überhaupt uitziet. Of zelfs moet zoeken waar die pijp eigenlijk zit. Dat is niet gek, want deze plastic of metalen buitenwachten voeren hun werk over het algemeen uit zonder poespas. Zo geldt het eigenlijk voor het gehele stedelijk watersysteem waar de regenpijpen deel van uitmaken. Wellicht is het daarom ook deels te verklaren waarom het stedelijk watersysteem weinig interesse wekt bij de gemiddelde huiseigenaar. Het werkt, en dat is genoeg. Maar met steeds hevigere buien, langere periodes van droogte en toenemende problemen rond waterkwaliteit, staat dit systeem nu onder druk.
Een bestendige inrichting staat voor een systeem dat tegen een stootje kan. In zo’n goed werkend systeem heb je buffers.
De bestendige inrichting
Voordat we hierop ingaan, is het goed om eerst enkele termen toe te lichten. Waar de kleuren groen en blauw voor staan, spreekt voor zich. Zij kunnen niet zonder elkaar. Hoewel er in dit jaarboek genoeg aandacht is voor vele tinten groen, kan dit groen niet zonder de juiste hoeveelheid water (vooruit, blauw dus).
Bestendigheid vergt wat meer uitleg in de context van watermanagement. Een bestendige inrichting staat voor een systeem dat tegen een stootje kan. In zo’n goed werkend systeem heb je buffers. Een buffer zorgt ervoor dat externe schokken binnen het systeem worden opgevangen. Bepaalde veranderingen (bijvoorbeeld te veel, of juist te weinig neerslag) worden in dit systeem door een buffer in balans gebracht. Zo vormt beplanting vaak een buffer binnen het stedelijk watersysteem, omdat neerslag er kan infiltreren, verdampen en vooral niet meteen richting de zee hoeft te racen. Dit is een voorbeeld van een buffer die het stedelijk watersysteem in balans kan houden.
Dat is in ieder geval de wenselijke inrichting. Het stedelijk watersysteem raakt namelijk steeds verder uit balans in de stad. Dit ligt aan de inrichting (stedelijk watersysteem) en de toename van extremen door klimaatverandering (hevigere buien, langere droogte). Laten we aannemen dat de hevigere buien en langere periodes van droogte een gegeven voor de toekomst zijn. Hoe moet de inrichting er dan uitzien?
De reis van een druppel
Meer dan de helft van het oppervlak van stedelijk gebied bestaat uit privaat terrein. Dit terrein is meestal verhard en zo ingericht dat water zo snel mogelijk wordt afgevoerd. In Nederland zijn er miljoenen betegelde tuinen, bitumen daken en geasfalteerde bedrijventerreinen. Een regendruppel volgt de zwaartekracht en verplaatst zich zo snel mogelijk naar de laagst mogelijke plek. Daarbij wordt de druppel meestal ook geen strobreed in de weg gelegd. Vanuit de lucht loopt de route via dak, dakgoot en regenpijp naar de riolering. Met een gemiddelde bui heeft de druppel binnen een minuut het private domein weer verlaten.
Op bestaande terreinen dreigt er toenemende overlast door overschot of tekort aan water.
Wat is overlast?
Stel, we verzamelen een heleboel druppels en laten deze op een willekeurige stad vallen. Overlast bij een teveel aan water speelt zich meestal stroomafwaarts af. Dat wateroverschot moet daar weg, en wel zo snel mogelijk, om verdere schade te voorkomen. Bij een periode van langdurige droogte zal men juist problemen ondervinden door een tekort aan water en verlangt men terug naar dat overschot aan water.
Als het riool zich bij een hevige bui snel met water vult, moet er bij de meeste stedelijk watersystemen worden ‘overgestort’. Dit betekent dat ontlasting, urine, medicijnresten en overige afvalstoffen die via de wc geloosd worden, zij het verdund, in het oppervlaktewater terechtkomen. Om deze overlast te voorkomen, moeten we ruimte reserveren voor dat water. Maar het is druk in de stad. Er is simpelweg geen plek om in de inrichting van het openbare domein zoveel ruimte voor water te reserveren.
Bestaande functies kunnen maar tot op bepaalde hoogte gecombineerd worden met de ruimtevraag van al dat water. Natuurlijk, bij nieuwbouwlocaties is het een ander verhaal. De berg leidraden en verordeningen om water bij nieuwbouw of verbouwing ruimte te geven, groeit dagelijks. Op zich goed nieuws, alleen, de meeste gebouwen in de stad bestaan al. En juist daar, op deze bestaande terreinen, dreigt er toenemende overlast door overschot of tekort aan water.
Dus wat dan?
We zullen in de haarvaten van het stedelijk watersysteem moeten ingrijpen. Vergelijk dit met het fileprobleem. Als er een hoop auto’s thuis blijven staan, ervaren we op de snelweg minder file. Zo is het ook met het stedelijk watersysteem. Elke druppel die in de haarvaten van het stedelijk watersysteem vastgehouden wordt, ontlast dit systeem stroomafwaarts. Natuurlijk maakt één zwaluw nog geen zomer. Als alleen ú besluit uw auto thuis te laten staan, zullen er nog steeds files ontstaan. We zullen dus grootschalig moeten inzetten op micro-maatregelen. Micro-buffers dus.
We zullen dus grootschalig moeten inzetten op micro-maatregelen. Micro-buffers dus.
Er zullen buffers ingezet moeten worden in de haarvaten van het systeem om externe schokken (lees: hevige buien, periodes van droogte) op te vangen. De buffermogelijkheden zijn talrijk. Van regenwateropslag (van een simpele regenton tot betonnen regenwaterputten), tot het inzetten van de bodem en beplanting.
Het handelingsperspectief is tweeledig: overheden moeten specifieke buffers adviseren aan bewoners en bedrijven die bijdragen aan de bestendige leefomgeving op een zo financieel aantrekkelijk mogelijke manier. Daarnaast ligt er een rol voor architecten, groenexperts en ontwerpers om te inspireren door de private ruimte mee te nemen in een groter ontwerp.
Er is niet genoeg ruimte in het publieke domein om al dat water een plek te geven.
Natuurlijk lijkt het makkelijk om je te richten op enkele grootschalige maatregelen in de openbare ruimte om buffers in te zetten: enkele publieke actoren bepalen de opgave, zoeken daar via aanbesteding een oplossing bij, en klaar is Kees. Maar zoals gezegd: er is niet genoeg ruimte in het publieke domein om al dat water een plek te geven. Tegelijkertijd is ervoor zorgen dat individuen maatregelen treffen, best ingewikkeld. Enkele pogingen om daar top-down invloed op uit te oefenen, faalden dan ook jammerlijk (zie bijvoorbeeld de gemeentelijke belasting op verharding, de tegeltaks). Draagvlak en participatie zijn hierin de bewezen toverwoorden. Er bestaan al talloze initiatieven op dit vlak.
Samenwerken met bewoners en bedrijven
Cruciaal is om bewoners en bedrijven niet als factor te zien om omheen te werken. Wijs buffers aan, geschikt voor de specifieke situatie, met water en bodem als sturend principe. Concreet: percelen op kleibodems met hoog grondwater hebben andere buffers nodig dan percelen op hoge zandgronden. Faciliteer ruim in de aanschaf ervan. Zo zouden bijvoorbeeld bergingsbonussen op gemeentelijke belastingen kunnen stimuleren tot het aanleggen van buffers. Met ruimtelijke data en software is dit tegenwoordig simpel te organiseren, evenals eventuele handhaving of financiële verantwoording.
Als SPATwater hebben wij een ruimtelijk model ontwikkeld dat een dergelijk systeem faciliteert. Dit zorgt daarnaast voor een groter bewustzijn van het stedelijk watersysteem en de rol van het individu in dit systeem. De valkuil is dat men ervan uitgaat, dat inzicht in de problematiek genoeg is voor gedragsverandering. Als bufferaar moet je meedelen in de positieve gevolgen van dit bufferen. Het motief om dergelijke buffers te installeren moet niet louter ingegeven zijn door een morele verantwoordelijkheid, al speelt dat nog steeds een rol.
Waterbewustzijn en het denken in buffermogelijkheden is iets wat de ontwerper kan uitdragen.
Het ingrijpen in de haarvaten van het stedelijk watersysteem heeft in potentie een groot effect op het dempen van de piekafvoer tijdens hevige buien. Men moet er bewust van gemaakt worden dat er een enorme hoeveelheid water per jaar op het perceel valt. Waterbewustzijn en het denken in buffermogelijkheden is iets wat de ontwerper kan uitdragen. Of dat nu bovengronds op een groen dak, in een regenton, vijver of in de bodem of onder de bodem is.
Door specifiek buffers te adviseren en te faciliteren is ontwerp ook te sturen. Losse eilandjes van groen en blauw in de openbare ruimte, kunnen zo via privaat terrein verbonden worden in verdicht, stedelijk gebied. Breek de muur tussen privaat en publiek terrein af in ontwerp. Adviseer specifiek en inspireer de mensen die nodig zijn in het private domein.
Maak het bufferdenken een leidend ontwerpprincipe. Door burgers en bedrijven zich onderdeel te laten voelen van een groenblauw ontwerp, zal het bewustzijn over een natuurinclusieve leefomgeving en de benodigde participatie daarvoor toenemen. Uiteraard moet men zelf keuzes kunnen maken over de inrichting van de eigen, private leefomgeving. Maar juist ontwerpers kunnen inspireren en mensen zich onderdeel laten voelen van de groenblauwe dooradering in een buurt. Zo kan men bovenop financiële steun, gebruikmaken van de individuele verantwoordelijkheid om de leefomgeving bestendig in te richten.
Laten we gezamenlijk inspireren en stimuleren om buffermaatregelen makkelijk en grootschalig in te passen. Tijd om obstakels op te werpen voor die druppels.
Tekst: Mees van Milligen de Wit (mede-oprichter SPATwater)
Beeldmateriaal: SPATwater (Jesse Schoenmakers) & Scherpgesteld (Thomas Klomp)