Wanneer architectuur, groene ruimte en gemeenschap versmelten
In een wereld die steeds meer verstedelijkt, wordt het belang van groene, leefbare ruimtes steeds groter. Tijdens de recente editie van Meesters in de Tuin in Cuijk (NL) organiseerde CG Concept een kennistheater met een tiental boeiende sprekers. Een van hen was Pieter Hoen, associate partner bij het multidisciplinaire architectenbureau Mecanoo uit Delft. Hoen deelde op het podium hoe ze bij Mecanoo niet alleen de bouwkundige aspecten centraal stellen, maar ook landschaps- en interieurarchitectuur als gelijkwaardige disciplines beschouwen. Om de integrale benadering van hun ontwerpprocessen te realiseren, maakt Mecanoo gebruik van een bijzondere ontwerpfilosofie gebaseerd op vier fundamentele principes: People, Place, Purpose en Poetry.
Mecanoo is veel meer dan een traditioneel architectenbureau, ze benaderen architectuur steeds in de breedste zin van het woord en realiseren graag allesomvattende projecten. Internationaal gerenommeerd, bestaat het team uit een grote groep creatieve professionals die afkomstig zijn uit 25 verschillende landen. “Deze diverse achtergronden zijn een geweldige bron om onze ontwerpen te verrijken”, vertelt Pieter Hoen. “Met ons team proberen we elk project op een zo betrokken mogelijke manier te benaderen. We houden steeds de eindgebruikers in gedachten en nemen ruim de tijd om hun wensen en behoeftes, cultuur en gewoontes te begrijpen, zodat onze ontwerpen niet alleen functioneel zijn maar ook bijdragen aan hun welzijn.”
Naast deze menselijke factor speelt de locatie eveneens een belangrijke rol in het ontwerpproces. “De bodem, het water, de biodiversiteit … Alles wordt zorgvuldig in kaart gebracht en meegenomen in het ontwerp. Dit vraagt vaak om een grondige studie van de omgeving. Wanneer je mensen en plekken met elkaar verbindt, ontstaat er een gebouw of groene ruimte die een betekenisvol doel dient”, aldus Hoen.
People, Place en Purpose vormen samen een poëtisch geheel. “Poetry is een term die we vorig jaar pas aan onze ontwerpfilosofie hebben toegevoegd, nadat we zagen hoe magisch het was wanneer deze verschillende elementen samenkomen in een ontwerp. Poetry kun je zien als het moment waarop een ontwerp functionaliteit en esthetiek overstijgt, en een diepere gevoelswaarde krijgt.”
De Nederlandse Bank
De Nederlandse Bank is het eerste project waarmee Pieter Hoen op het podium liet zien hoe People, Place en Purpose samen als Poetry weerklinken. De architectuur van dit gebouw had reeds een bewogen geschiedenis. Het hoofdkantoor werd oorspronkelijk ontworpen door architect Marius Duintjer en voltooid in 1968. Het gebouw bestond toen uit een vierkante laagbouw van drie verdiepingen (circa 100 bij 120 meter) en een rechthoekige kantoortoren van 66 meter hoog met vijftien verdiepingen. In 1991 werd het complex uitgebreid met ‘de Satelliet’, een cilindervormige toren van veertien verdiepingen, getekend door architect Jelle Abma. Deze ronde toren werd in een van de binnenhoven geplaatst, langs de rechthoekige kantoortoren.
“De toevoeging van deze ronde toren voelde vreemd aan en paste niet goed bij het geheel. Het gebouw kreeg hierdoor een gesloten karakter en menig Amsterdammer had er dan ook zijn mening over”, legt Hoen uit. “Om die geslotenheid te doorbreken, hebben we de ronde toren gesloopt en de ruimte die daaruit is ontstaan opnieuw ingericht. Er was ineens veel meer ruimte op de begane grond, wat de toegankelijkheid enorm heeft vergroot. De toren zelf is volledig circulair omgebouwd tot drie paviljoens die een maatschappelijke functie invullen, verspreid over Nederland.”

Een ander opvallend element in het nieuwe ontwerp is de herbestemming van de oude kluis. “We hebben de kluis letterlijk doormidden gezaagd, en de nieuwe hoofdentree er dwars doorheen laten lopen. Wat ooit een afgesloten, streng beveiligde ruimte was, dient nu als toegang tot een open publieke ruimte. Het is een plek geworden voor informele ontmoetingen, waar mensen kunnen picknicken, vergaderen of gewoon even rustig zitten.”
Na de renovatie behaalt het gebouw een CO₂-reductie van maar liefst 80%. Maar de focus lag op meer dan verduurzaming en herinrichting van de binnenruimtes, groen kreeg eveneens een centrale rol. Van het Baken – het dakterras met een 360° uitzicht over Amsterdam – tot de wandeltuin rondom het gebouw, de binnentuin met oostpatio en de geïntegreerde stadstuin die open is voor het publiek … Zelfs het aangrenzende Frederiksplein onderging een transformatie tot Frederikspark met slingerende wandelpaden en natuurlijke zitplekken, om de biodiversiteit én de identiteit van de omgeving te versterken.

De binnentuin met oostpatio bevindt zich langs de toren op het dak van de laagbouw. Deze buitenruimte vormt een plek voor informele ontmoetingen en bijeenkomsten in bedrijfscontext en wordt grotendeels gedefinieerd door de aanwezigheid van een pergola. “Deze pergola wordt overgroeid door planten die wortelen in speciaal ontworpen plantenbakken. We hebben deze binnentuin ingericht met een beplantingsplan dat de seizoenen weerspiegelt en het concept van een moestuin introduceert.”
“We maken gebruik van een lineaire beplanting met eetbare gewassen, waarvan de oogst wordt gebruikt in het bedrijfsrestaurant”, gaat Hoen verder. “Ook de medewerkers van de bank werden bij dit idee betrokken. Zij vinden het fantastisch om actief in de moestuin te tuinieren en tijdens de lunchpauze bijvoorbeeld zelf wat tomaten of komkommers te oogsten. Praktisch gezien werden er ruime paden aangelegd, zodat medewerkers uit de financiële sector, zelfs in nette kleren of op hakken, zonder problemen bij de planten kunnen komen zonder zich vuil te maken.”
De buitenruimtes zijn stuk voor stuk ontworpen met aandacht voor biodiversiteit. “In overleg met een ecoloog is besloten om de vogels uit de buurt van het groen te laten meegenieten. We kozen specifiek voor planten en bomen die vogels aantrekken, zodat ze rondom het gebouw kunnen eten en daarna terugvliegen naar hun veilige schuilplaatsen.”
Op 26 maart 2025 werd het nieuwe gebouw officieel geopend door koning Willem-Alexander en de president van De Nederlandse Bank.

Cartesius Utrecht
Het Cartesius-project in het hart van Utrecht is nog zo’n vooruitstrevend voorbeeld van duurzame stedelijke herontwikkeling. Gelegen op een voormalig rangeerterrein van de Nederlandse Spoorwegen (NS), wil Mecanoo met dit project een leefbare en ecologisch verantwoorde wijk ontwikkelen.
“Het Cartesius-project omvat zo’n 2.600 woningen, variërend van appartementen tot gezinswoningen, en is gericht op het verbeteren van de levenskwaliteit van de bewoners. We willen hiermee een wijk creëren waarin mensen langer, gezonder en gelukkiger kunnen leven. Dat betekent dat we niet alleen woningen ontwerpen, we ontwerpen een invulling voor de noden van de mensen die hier gaan wonen zonder de biodiversiteit uit het oog te verliezen.”

Om dit te verwezenlijken is de wijk opgebouwd uit vier verschillende delen, oftewel ‘sferen’, die op een ecologische manier met elkaar verbonden zijn. Je hebt het CAB-plein, het Cartesiuspark, de Groene lus en de Tussenstraten.
Het CAB-plein is de huiskamer van de wijk. “Dit bruisende centrum biedt een plek voor bewoners om samen te komen en te genieten van voorzieningen zoals supermarkten en een Foodhall met gezonde eetgelegenheden. Het plein is prachtig ingericht met tegels die samen een karakteristiek patroon vormen en er is een grote waterpartij aanwezig. De oevers zijn begroeid met lokale vegetatie. De stapstenen en vlonders nodigen kinderen én volwassenen uit om dichter bij de natuur te komen.”
Centraal gelegen is het Cartesiuspark dat de wijk met elkaar verbindt. “Hier is er ruimte voor zowel recreatie als natuurbehoud. De bewoners kunnen genieten van de rust en kinderen hebben de ruimte om zich uit te leven en te spelen. In plaats van een traditionele speeltuin, is er gekozen voor natuurlijke elementen zoals omgevallen bomen en hoogteverschillen om het speelplezier te bevorderen.”
De Groene lus is een ecologische zone die de wijk omringt. Deze lus doet dienst als een natuurlijke buffer tussen de woningen en de spoorlijnen. “Langs de spoorlijn is een geluidsscherm geplaatst om treinlawaai te beperken, met strategische doorgangen voor vluchtroutes die uitkomen op de paden in het taludpark. Het terrein is naar de sporen toe verhoogd waardoor een groene buffer ontstaat die niet alleen geluid dempt, maar ook een visuele afscheiding vormt. Dit zorgt voor een aangenamere, rustige leefomgeving voor bewoners.”

Tot slot zijn er de Tussenstraten, de rustige leefstraten tussen de gebouwen die het Cartesiuspark verbinden met de Groene lus. “Hier is een groen raamwerk aangelegd, met bomen op vaste afstanden. Dit creëert een aaneengesloten groenstructuur van boomkronen en vormt tegelijk een natuurlijke route voor vleermuizen.”
“Voor alle vier de sferen hebben we nauw samengewerkt met ecologen om de bestaande biodiversiteit in de wijk te laten floreren. Dit omvat bijvoorbeeld het zorgen voor vlakke terreinen zonder hoogteverschillen van meer dan vijf centimeter, zodat dieren zoals egels zich gemakkelijk kunnen verplaatsen.”
Het Cartesius-project biedt een vooruitstrevend model voor de steden van de toekomst. “De nadruk van dit project ligt op community building. Dit vraagt om een doordacht ontwerp dat zowel functioneel als flexibel is. We hebben ervoor gezorgd dat het een gemeenschap wordt die alles mee heeft om gelukkig samen te leven”, voegt Pieter Hoen eraan toe.
Natural History Museum Abu Dhabi
Een ander stukje poëzie dat op het podium aan bod kwam, zijn de plannen voor het Natural History Museum in Abu Dhabi. Dit museum belooft een futuristische bestemming te worden voor zowel wetenschappelijk onderzoek als educatie met een oppervlakte van meer dan 35.000 vierkante meter. Een van de topstukken in de collectie is de beroemde Tyrannosaurus rex ‘Stan’, die met zijn lengte van 11,7 meter tot de best bewaarde exemplaren van deze soort behoort.
Het ontwerp voor het gebouw is al even monumentaal als ‘Stan’ en opgebouwd uit pentagonale structuren die specifiek voor het project werden ontworpen. “Deze vormen zijn geïnspireerd op natuurlijke rotsformaties. Het gebouw kan je zien als een sculptuur, waarbij openingen en begroeiing op verschillende plekken mogelijk zijn. De begroeiing speelt een cruciale rol in het ontwerp als symbool voor het leven in de woestijn. Bovendien contrasteren de organische vormen van de beplanting prachtig met de strakke lijnen van het gebouw.”
Het is de bedoeling dat het gebouw naast een museum ook een levendige publieke ruimte wordt. Hoen vervolgt: “Als je door het gebouw heen loopt, zonder het museum binnen te gaan – en dat kan altijd, want een deel van het gebouw zal nooit worden afgesloten – dan kom je in een soort van ‘derde ruimte’ terecht die ingericht is als een groene oase in de woestijn met een wadi. Deze indoor-wadi zal een van de opvallende kenmerken van het museum zijn, compleet met waterpartijen en weelderige begroeiing.”
Verkoeling speelt eveneens een cruciale rol in het ontwerp. “De vorm van het gebouw is zo bedacht dat de wind en de zee kunnen bijdragen aan de verkoeling van het interieur. In Abu Dhabi is het best wel heet. Daarom willen we de atmosferische invloeden van de zee zo goed mogelijk benutten. De vorm van het gebouw fungeert als een soort trechter, die de koele zeewind door de gangen en naar de paden leidt. Ondanks dat het gebouw nog niet volledig af is, dat effect nu al merkbaar. De bouwvakkers die de werken uitvoeren, genieten nu al volop van deze natuurlijke ventilatie.”

De plannen voor de buitenruimte van het museum zijn eveneens zorgvuldig afgestemd op de cultuur en het landschap van Abu Dhabi. “Om de gevels en buitenruimte aan te kleden, zijn de pentagonale betonstructuren ontworpen als modulaire plantenbakken met een innovatief irrigatiesysteem. Dit systeem hergebruikt grijswater, dat via een slim netwerk naar de bakken wordt geleid en gecontroleerd wordt verdeeld, zodat de beplanting efficiënt en duurzaam van water wordt voorzien.”
Deze plantenbakken zijn opgebouwd uit gestapelde betonnen ringen en bieden een flexibele oplossing voor beplanting in verschillende formaten. De basisring bevat drainage- en irrigatie-aansluitingen, waardoor overtollig water efficiënt wordt afgevoerd. Extra ringen kunnen worden toegevoegd om de hoogte en worteldiepte aan te passen aan de beplanting. Zo zijn er plantenbakken met een diepte van 60 cm voor grassen en bodembedekkers, 120 cm is geschikt voor kleine bomen en struiken. Voor grote bomen is een diepte van 160 cm voorzien, en palmen of zeer grote bomen kunnen groeien in bakken tot wel 200 cm diep.
Om de hitte tijdens de zomer te temperen, zijn er volop schaduwrijke plekken gecreëerd. Maar liefst 90% van de hoofdroutes en speelplekken rond het museum liggen volledig in de schaduw. Dit is mogelijk dankzij futuristische, boomachtige pergola’s die een opvallend onderdeel van het ontwerp vormen.
“Deze structuren bestaan uit driehoekige kolommen met vier ‘bladeren’”, vertelt Pieter Hoen daarover. “Geïnspireerd door de kenmerkende pentagonvorm, bieden de pergola’s niet alleen schaduw, maar dienen ze ook als herkenningspunten en ontmoetingsplekken binnen het park.”
Voorbij functionaliteit en esthetiek
Uit deze voorbeelden blijkt hoeveel rijker de architectuur wordt, wanneer je mens en omgeving centraal stelt. Wanneer architectuur, groene ruimte en gemeenschap versmelten, kom je tot een som die groter is dan zijn delen. Pieter Hoen benadrukt dat een ontwerp dat People, Place en Purpose in acht neemt, in staat is om de leefomgeving en het welzijn van gebruikers diepgaand te beïnvloeden.

“Architectuur kan bijdragen aan een betere wereld, mits we oog hebben voor de mensen, de locatie en het grotere doel. Daarnaast moet een ontwerp flexibel zijn en in staat om zich aan te passen aan de veranderende behoeften van de toekomst. Pas dan krijg je pure poëzie.”
www.mecanoo.nl