Duurzame tuinontwerpen en biodiversiteit in de praktijk
In een biodiverse tuin wordt zorgvuldig aandacht besteed aan de verschillende elementen die bijdragen aan een gevarieerd ecosysteem. Dr. ir. An De Schrijver, expert in biodiversiteit, beschrijft volgende basiskwaliteiten die essentieel zijn voor het creëren van een tuin die de lokale natuur ondersteunt.
1. Grootte en verbinding
De grootte van een tuin speelt een cruciale rol in de biodiversiteit. Grotere tuinenbieden ruimte voor meer plant- en diersoorten, maar ook kleinere tuinen kunnenbiodiverser worden door slimme keuzes. Door bijvoorbeeld verharding teverminderen, gevelgroen aan te planten of groendaken te installeren, vergroot jede beschikbare ruimte. Bovendien is het belangrijk om de tuin niet als eengeïsoleerd eiland te zien. Door tuinen te verbinden met omgevingen zoalsparken of wegbermen, vergroot je het leefgebied voor veel soorten.

2. Structuur en variatie in biotopen
Biodiversiteit is sterk afhankelijk van de structuur van de tuin. Tuinen metverschillende biotopen – zoals grasvelden, struiken, bomen en waterelementen– bieden meer variatie in microklimaten, wat essentieel is voor het aantrekkenvan verschillende dieren. Soorten hebben uiteenlopende behoeften: sommigehebben dichte begroeiing nodig voor nestgelegenheid, terwijl anderen baathebben bij open plekken voor voedselzoektochten. Het creëren van eenafwisseling van biotopen verhoogt de ecologische waarde van de tuin.Ook het onderhoud van de tuin kan de structuur versterken. Door bijvoorbeeldbloemenweiden gefaseerd te maaien, kun je insecten een veilige plek bieden,terwijl je de tuin gezond houdt. Daarnaast is het waardevol om te letten op water al in de omgeving aanwezig is. Je kunt ervoor kiezen om een waardevollebiotoop bij je buren te vergroten, zoals een haag of struikenmassief, of juist voormeer afwisseling zorgen door bijvoorbeeld een extra waterpartij aan te leggenvoor de mussen. Het integreren van bestaande vegetatie kan het ecosysteemsnel versterken.Met technieken zoals regenwateropvang en infiltratie bevordert een natuurlijketuin een efficiënter watergebruik en vermindert het risico op overstromingen.Regenwateropvangsystemen, zoals regentonnen en vijvers, vangen overtolligregenwater op, dat later kan worden gebruikt voor irrigatie tijdens drogeperiodes. Dit vermindert de afhankelijkheid van leidingwater en draagt bij aanwaterbesparing.
Met technieken zoals regenwateropvang en infiltratie bevordert een natuurlijketuin een efficiënter watergebruik en vermindert het risico op overstromingen.
3. Kwaliteit van het milieu
Een gezonde bodem, het vermijden van pesticiden en een goed lichtbeheer zijncruciaal voor het vestigen en gedijen van planten en dieren. Tuinen metvoedselarme bodems ondersteunen een hogere biodiversiteit, omdatsnelgroeiende, dominante planten minder kans krijgen om te woekeren. Hetvermijden van pesticiden is essentieel, aangezien deze onbedoeld de natuur inde tuin verstoren. Verder zorgt het minimaliseren van lichtvervuiling ervoor datnachtvlinders en andere nachtdieren niet worden verstoord.Een natuurlijke tuin trekt verschillende soorten dieren en insecten aan, watbijdraagt aan een evenwichtig ecosysteem. Inheemse planten bieden voedsel enschuilplaatsen voor vogels, vlinders, bijen en andere bestuivers, wat hunpopulaties ondersteunt en bevordert. Daarnaast helpen deze dieren bij denatuurlijke bestrijding van plagen, waardoor het gebruik van chemischebestrijdingsmiddelen overbodig wordt. Dit harmonieuze samenspel tussen floraen fauna zorgt voor een stabielere en gezondere tuinomgeving.Door gebruik te maken van inheemse planten en natuurlijkebestrijdingsmethoden wordt het gebruik van chemicaliën en kunstmestverminderd. Inheemse planten zijn aangepast aan de lokale bodem- enklimaatcondities, waardoor ze minder afhankelijk zijn van kunstmatige bemestingen chemische bestrijdingsmiddelen. Dit leidt tot een vermindering van water- enbodemvervuiling en draagt bij aan de gezondheid van het lokale milieu.Bovendien bevorderen natuurlijke bestrijdingsmethoden, zoals het aantrekkenvan natuurlijke vijanden van plagen, een duurzamere en evenwichtigeretuinomgeving. Hierdoor blijft de tuin gezond en veerkrachtig, zonder schadelijkeimpact op het ecosysteem.
4. Juiste plantensoorten
De keuze van plantensoorten vormt de basis van de biodiversiteit in je tuin.Inheemse planten zijn essentieel voor het aantrekken van lokale insecten, zoalsbijen, vlinders en andere bestuivers, en bieden voedsel en schuilplaatsen voorvogels. Ze zijn beter aangepast aan de lokale omgeving en hebben eensymbiotische relatie met de plaatselijke fauna. Het gebruik van inheemseplanten en de juiste plantensoorten bevordert niet alleen biodiversiteit, maarvermindert ook de afhankelijkheid van kunstmatige meststoffen en pesticiden.Daarnaast kunnen inheemse planten helpen bij het voorkomen van plagen,omdat ze een natuurlijke balans in het ecosysteem creëren. Zo trekken zeinsecten aan die natuurlijke vijanden zijn van schadelijke plagen, waardoor hetgebruik van chemische bestrijdingsmiddelen overbodig wordt.Het gebruik van neo-inheemse soorten, zoals bergsteentijm (Calamintha nepeta) en echte lavendel (Lavandula angustifolia), kan eveneens waardevol zijn, vooralin het licht van klimaatverandering. Deze planten zijn bestand tegen hogeretemperaturen en bieden een goede aanvulling op het traditionele gebruik vaninheemse planten.


Wat met cultivars? Cultivars zijn planten die geselecteerd zijn op basis van specifieke eigenschappen, zoals bloei of bladkleur. Hoewel de ecologische waarde vaak vergelijkbaar is, kan kunstmatige selectie soms onbedoelde neveneffecten hebben, zoals bloemen die geen geur meer verspreiden of die steriel zijn. Dit maakt ze minder interessant voor insecten, wat hun ecologische waarde verlaagt.
Wat met zeldzame soorten? Het aanplanten van zeldzame soorten is vaak een uitdaging. Toch kun je de lokale biodiversiteit ondersteunen door waard- en nectarplanten voor zeldzame insectensoorten aan te planten. Als jouw project in de buurt van een natuurgebied ligt waar de gevlekte orchidee (Dactylorhiza maculata) voorkomt, kun je overwegen oeverbies (Schoenoplectus lacustris) als waardplant voor de larven van de orchideevlinder (Euclidia glyphica) aan te planten, en kamille (Matricaria chamomilla) als nectarplant. Deze keuze kan bijzonder aantrekkelijk zijn voor deze vlinders, die zich graag voeden met nectar van bloeiende planten in de zomer.


Het creëren van een biodiverse tuin vereist niet alleen aandacht voor de juiste plantensoorten, maar ook voor de bodemkwaliteit. Cruydt-Hoeck, een kwekerij die zich richt op het kweken van inheemse en wilde zaden, benadrukt het belang van bodemkennis bij het kiezen van zaadmengsels. Het gebruik van inheemse, autochtone planten is cruciaal voor het aantrekken van lokale insecten, terwijl de juiste plantkeuze bijdraagt aan de algehele biodiversiteit van de tuin. Wanneer je geen standaard mengsel gebruikt, is het belangrijk om de samenstelling van het zaadmengsel te beperken tot maximaal 10 soorten om te voorkomen dat het ecosysteem uit balans raakt. Bovendien moet het zaaitijdstip afgestemd zijn op het natuurlijke moment van zaadval: voor eenjarige bloemen in april-mei, voor tweejarige planten in augustus-september, en voor meerjarige graslanden tussen september en november. Bodemkennis speelt ook een rol in het juiste beheer van je tuin. Zo wordt het bijvoorbeeld aanbevolen om bij bloemrijke graslanden op zware gronden 10 centimeter puur rijnzand toe te voegen, zodat de bodem de eerste jaren vrij blijft van grassen. Dit biedt ruimte voor kruiden om zich beter te ontwikkelen.

5. Dynamiek in beheer
Natuurlijke dynamiek is van groot belang voor het behoud van biodiversiteit. Dit houdt in dat een tuin regelmatig onderhouden moet worden om de afwisseling in vegetatie te ondersteunen, maar het mag niet te veel worden gestoord. Het nabootsen van natuurlijke processen, zoals begrazing of het omvallen van bomen, draagt bij aan een levendig en gevarieerd ecosysteem. Het beheren van bloemenweiden door gefaseerd maaien bijvoorbeeld, kan het leefgebied voor insecten optimaal houden.
Het nabootsen van natuurlijke processen, zoals begrazing of het omvallen van bomen, draagt bij aan een levendig en gevarieerd ecosysteem.
Natuurlijke tuinen vereisen doorgaans minder onderhoud omdat ze zijn afgestemd op de lokale klimaatomstandigheden en bodemtypes. Inheemse planten zijn beter bestand tegen de specifieke weersomstandigheden en ziektes in hun natuurlijke omgeving, waardoor ze minder verzorging nodig hebben. Bovendien verminderen bodembedekkers de groei van onkruid en helpen ze de bodem vochtig te houden, waardoor de noodzaak voor onkruidbestrijding en frequent water geven verder wordt verminderd. Het resultaat is een zelfregulerende tuin die gezond en aantrekkelijk blijft met minimale menselijke tussenkomst.
6. Tijd en rust
Tijd is essentieel in een biodiverse tuin. De opbouw van een gezond ecosysteem kost tijd, van de vestiging van planten tot de ontwikkeling van een vruchtbare bodem. Het integreren van bestaande vegetatie kan sneller leiden tot een gezonde en biodiverse tuin. Door de tuin rustig zijn werk te laten doen, zonder te veel menselijke tussenkomst, zal de natuur zichzelf stabiliseren en floreren.

Conclusie
Een biodiverse tuin hoeft geen wilde jungle te zijn. Ook in een goed onderhouden tuin kunnen de bovenstaande basiskwaliteiten van biodiversiteit geïntegreerd worden. Tuinen die zorgvuldig worden ontworpen, kunnen niet alleen bijdragen aan de lokale biodiversiteit, maar ook een harmonieuze en duurzame omgeving creëren die zowel de natuur als de mens ten goede komt. Dit kan door inheemse planten te gebruiken, de juiste onderhoudsstrategieën toe te passen en natuurlijke processen te respecteren. Hoe meer je deze kwaliteiten implementeert, des te groter is de bijdrage die je tuin levert aan het behoud van soorten.
Wenst u op de hoogte te blijven van de activiteiten van onze deelverenigingen? Of wenst u lid te worden van onze federatie? Meer info kan u vinden op www.pro4green.be
Tekst: Lisbeth Creemers
Beeldmateriaal: Shutterstock